Successchool 3.0 2.8

Wanneer we er van uit gaan dat kinderen verschillend zijn kun je ze niet met elkaar vergelijken. Ieder kind maakt zijn eigen ontwikkeling door en ontwikkelt zijn talenten wanneer hij daar de ruimte voor krijgt. Het is belangrijk om te werken aan de routines en vaardigheden: dit zijn onder andere de reken- en taaldoelen. Dit is een voorwaarde om ook op andere gebieden te kunnen presteren. Maar er is zo veel meer. De bewustwording wie je bent, wat jij nodig hebt om je te kunnen ontwikkelen. Wat de doelen zijn waaraan gewerkt moet worden op verschillende terreinen en de manier ontdekken die het beste bij je past om je te ontwikkelen. Ruimte om je creatief te kunnen ontwikkelen en/of meer op technisch gebied. Het verkrijgen van inzicht door te doen, te ervaren alvorens te gaan oefenen en automatiseren. Kinderen krijgen de ruimte en zelfverantwoordelijkheid om zelf hun dag in te delen. Al naar gelang de behoefte van het kind krijgen ze hier meer of minder ruimte, maar altijd in overleg, in gesprek, met het kind. Het kind is de eigenaar van de oplossing.
De school is ingericht met verschillende ruimtes: rekenruimte, atelier, restaurant, communicatieruimte, onderzoeksruimte, spelletjesruimte, buitenruimte. Op al deze plekken wordt ontdekt, gespeeld, geleerd. Afhankelijk van de activiteit wordt er ook veel samengewerkt, geleerd van elkaar.
Om te leren hoe de wereld in elkaar zit en dat alles met alles verbonden is maken we gebruik van kernconcepten. Die geven inzicht in mens en maatschappij en wetenschap en techniek. Bij deze kernconcepten zoals 'energie' en 'binding' komt ook de feitenkennis van de wo vakken (geschiedenis, aardrijkskunde/topografie en natuur) aan bod.
De kwaliteit staat voorop, dit is belangrijker dan de kwantiteit. Dat wat er gedaan wordt moet goed gedaan worden. Niet dat er van heel veel maar een beetje gebeurt. We gaan de diepte in en werken aan het lange termijngeheugen. We oefenen niet om morgen een goed cijfer te krijgen en het volgende week al weer vergeten te zijn.