Omegakerk 2.52

5 star(s) from 6 votes
Hoenderloseweg 108
Ugchelen, 7339 GK
Netherlands

About Omegakerk

Contact Details & Working Hours

Details

AARD VAN ONZE KERKGENOOTSCHAP

SPRING OF LIFE CHURCH NL is gebaseerd op de Bijbelse opvatting dat alle ware gelovigen leden zijn van het lichaam waarvan Jezus Christus het hoofd is. 'En Hij (God) heeft alles onder Zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente die Zijn lichaam is, vervuld met Hem, Die alles in allen volmaakt.' Efeze 1: 22-23.

Daarom is het lichaam van Christus een organisme en vervolgens een organisatie. Een organisme, gevormd op de dag van Pinksteren door de werkzaamheid van de Heilige Geest. 'Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam hoevelen ook, één lichaam vormen, zo ook Christus, want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij in één Geest gedrenkt.' (1 Kor. 12:12-13).

Dit lichaam, aldus gevormd, kunnen wij niet scheppen noch veranderen, noch opheffen noch daaraan toevoegen. En daar het ontstaan is door een daad van God, is het de plicht van elke gelovige om te erkennen wat God heeft gedaan. Ook is het onze plechtige verantwoordelijkheid om manieren en wegen te vinden om praktisch werkende verhoudingen te vinden tussen de gelovigen, die Christus geplaatst heeft in Zijn Kerk om de Goddelijke zending op aarde te vervullen.

VERKLARING VAN DE FUNDAMENTELE WAARHEDEN

1. De ene ware God.
God heeft Zichzelf geopenbaard als de eeuwige, zelfbestaande 'IK BEN', de Schepper van het heelal en de Verlosser van de mensheid (Deuteronomium 6:4; Exodus 3: 14; Jesaja 43:10,11); God heeft Zichzelf geopenbaard als drieëenheid, Zich manifesterend in Vader, Zoon en Heilige Geest (Jesaja 48:16; Mattheüs 28:19; Lucas 3:22).

2. De Schriftuurlijke Inspiratie en grondslag.
De gemeente erkent de Bijbel als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God en aanvaardt derhalve de Bijbel als grondslag en enige absolute richtlijn voor het functioneren van de gemeente.

3. De Godheid van de Here Jezus Christus.
De Here Jezus Christus is de eeuwige Zoon van God en als zodanig delende in de Goddelijkheid en de Godheid van God (Mattheüs 1:23; Johannes 5:22-23; Johannes 1:1; Hebreeën 1:1-13)

4. De Heilige Geest.
De Heilige Geest is gezonden door de Vader op het gebed van Jezus en Hij deelt in de Goddelijkheid van de Godheid van God (Psalmen 139:7-10 en Lukas 1:35)

5. Erfzonde en zondeval van de mens.
De mens werd rechtschapen en goed geschapen; want God zei: 'laat Ons mensen maken naar Ons beeld, als Onze gelijkenis' (Genesis 1:26). De eerste mens, Adam, ontviel door ongehoorzaamheid aan de genade Gods en zo kwam de zonde in de wereld en door de zonde de dood. De overtreding van Adam haalde niet alleen de schuld van de natuurlijke dood over de mens, maar ook de eeuwige afscheiding van God (Genesis 2:17; 3:6-24).

6. De redding van de mens.
De enige hoop op verlossing en redding van de mens uit de macht van de zonde is door het vergoten bloed van de Heer Jezus Christus (Handelingen 4:12; Romeinen 5:8-12; Jacobus 1:21; Efeze 2:8).

7. Christus de enige Herder.
Jezus Christus is de Goede Herder (Johannes 10:11) en de Grote Herder (Hebreeën 13:20). Er wordt in het Nieuwe Testament slechts naar één geestelijke herder verwezen en dat is Jezus Christus (Johannes 10:16).

8. De kerk en haar zending.
De kerk is het lichaam van Christus, de woonstede van God door de Heilige Geest met Goddelijke opdracht voor het vervullen van haar grote taak. Elke gelovige, geboren uit de Geest, maakt deel uit van de algemene kerk van de eerst geborenen, die zijn ingeschreven in de hemel (Efeze 1:22; Hebreeën 12:23). Omdat het Gods bedoeling ten aanzien van de mens is het zoeken naar wat verloren is, om door de mens aanbeden te worden en om een lichaam van gelovigen op te bouwen naar het beeld van Zijn Zoon, is het de verantwoordelijkheid van de kerk om:
a. een werktuig te zijn voor het beëvangeliseren van de wereld en alle volkeren tot discipelen van Jezus Christus te maken (Handelingen 1:8; Mattheüs 28:19; Markus 16:15,16);
b. een gemeenschappelijk lichaam te zijn waarin God aanbeden kan worden (1 Korinthe 12:18-28).
c. een kanaal te zijn van Gods doeleinden, om een Gemeenschap van heiligen te vormen, vervolmaakt naar het beeld van Zijn Zoon (Efeze 4:11-16; 1 Korinthe 12:28).

9. De door God verordende gebruiken van de kerk.
a) De doop in water.
De opdracht tot dopen door algehele onderdompeling in water wordt in de Schriften gegeven. Allen, die berouw hebben over hun zonden en die geloven in Jezus Christus van Nazareth als Redder en Heer, dienen gedoopt te worden. Dit is een verklaring aan de wereld, dat zij zich verenigen met Christus in Zijn dood en met hem opgewekt zijn in een nieuw leven (Mattheüs 28:19; Handelingen 10:47,48; Romeinen 6:4).
b) Het avondmaal of de maaltijd des Heren.
Het avondmaal bestaande uit de elementen brood en de beker met de vrucht van de wijnstok, is het zinnebeeld van ouds deel te hebben aan de goddelijke natuur van onze Heer Jezus Christus (2 Petrus 1:4), een gedenken aan Zijn lijden en een voorzegging van Zijn tweede komst (1 Korinthe 11:26). Alle gelovigen nemen aan het avondmaal deel 'totdat Hij komt'.

10. Goddelijke genezing.
In het Oude Testament wordt goddelijke genezing verschaft (Exodus 15:23-26; Psalmen 103:1-3; Jesaja 53: 4-5) en dit vormt een wezenlijk deel van het Evangelie (Mattheüs 8:16,17; Handelingen 5:16).

11. De doop in de Heilige Geest.
De doop in de Heilige Geest wordt gewoonlijk aangetoond door het spreken in andere tongen zoals de Geest van God te uiten geeft (Handelingen 2:4). Met de doop in de Heilige Geest komt de bekleding met kracht, met leven en dienstbaarheid, de schenking van de gaven, bekwaamheden, de vrucht van de Heilige Geest en hun gebruik in de bediening van het lichaam van Christus (Lukas 24:49; Handelingen 1:4, 8; 1 Korinthe 12:1-31). Deze ervaring is onderscheiden van, en een gevolg van de wedergeboorte (Handelingen 8: 12-17; 10:44,48; 19:1-6).

12. De tweede komst van Christus.
De tweede komst van Christus omvat de opname van de Kerk (1 Thessalonicenzen 4:16-17), gevolgd door de feitelijke, zichtbare wederkomst van Christus met Zijn heiligen (de Kerk) om met hem op de aarde te regeren (Zacharia 14:5; Mattheüs 24:27-30; Openbaringen 1:7; 19:11- 14; 20:1-6).

13. Het laatste oordeel.
Er zal een laatste oordeel zijn waarin de verdorven zondaars worden opgewekt en vervolgens geoordeeld naar hun werken. Wie niet staat opgetekend in het boek des levens zal samen met de duivel en zijn engelen, het beest en de valse profeet opgesloten worden tot eeuwigdurende straf in de poel, die brand van vuur en zwavel: dit is de tweede dood (Markus 9:43-48; Openbaringen 20:11-15; 21:8)

14. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
'Wij verwachten echter naar Zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont' (2 Petrus 3: 13).