Jeugd Theaterschool Kunst en Vliegwerf 2.04

Wat doet de jeugdtheaterschool?

Het grote verschil tussen de jeugdtheaterschool en andere plekken waar theater, zang- en danslessen worden gegeven is dat de jeugdtheaterschool één programma aanbiedt. De verschillende lessen staan niet op zichzelf maar vormen één geheel.

Op de jeugdtheaterschool krijg je als leerling dus elke keer een ander les, namelijk: dans, zang of theater. Daarnaast zijn er ook workshops over vormgeving binnen het lesprogramma. Hierbij kan je denken aan: decors, kleding en rekwisieten.

Wij vinden dat door op een actieve manier bezig te zijn met theater je als theaterbezoeker meer meekrijgt van een voorstelling, choreografie of muziekstuk. Als kunst een uiting is van beschaving dan willen wij op deze manier daar aan bijdragen. Niet alle leerlingen zullen iets gaan doen met wat ze leren bij de jeugdtheaterschool. Maar wordt de wereld niet een stukje leuker van een tandarts die kan zingen? Een bouwvakker die kan acteren? Of een politieagent die kan dansen?

Leerlingen van de jeugdtheaterschool krijgen les in dans, zang en acteren. Het idee daarachter is dat deze vakken elkaar versterken. Een acteur gaat beter spelen bij een betere lichaamsbeheersing, een danser gaat beter dansen als hij oor heeft voor muzikaliteit en een zanger gaat beter zingen als hij het overtuigend "kan brengen". De ontwikkeling van de leerling als zanger, danser en speler staat centraal tijdens de lessen. Dat betekent dus ook dat lessen op een jeugdtheaterschool niet alleen maar leuk of gezellig zijn.
Kwaliteit en kwantiteit.

Alle lessen die op de jeugdtheaterschool worden verzorgd door professionals. Mensen die zelf uit de zang-, dans- of theaterwereld komen en die het leuk vinden om hun vak over te brengen. Om leerlingen voldoende aandacht te geven, zijn de groepen bij de jeugdtheaterschool niet groter dan twaalf leerlingen per groep. Om de ontwikkeling van leerlingen verder aan te wakkeren zijn er elk lesjaar ook "officiële" momenten waarop de docenten met de leerlingen bespreken hoe het gaat en waar de leerling nog verder in kan groeien. De roosters verschillen per periode, dus een leerling mag niet meer dan drie lessen missen.