Gang Fu Centrum 1.9

In Gang Fu Centrum zijn lessen te volgen in Chinese bewegingsleer, waaronder de Wudangstijlen en Qigong. De Wudangstijlen vinden hun oorsprong in het Chinese Wushu. Wushu betekent letterlijk krijgskunst en bestaat uit externe (harde) en interne (zachte) stijlen.

De externe stijlen bestaan uit traditionele stijlen - zoals Shaolin - en moderne stijlen. De nadruk bij deze stijlen ligt op orginele vechtkunsten, waarbij spierkracht en hardheid centraal staan.

De interne (Wudang)stijlen bestaan uit Taijiquan (t'ai chi chuan), Xingyi (xin yi) en Bagua (paqua). De nadruk ligt hier op ontwikkeling van de innerlijke energie en zachtheid. Taijiquan is de meest bekende stijl van deze interne stijlen.

Taijiquan, vaker Taiji of T'ai chi genoemd, kenmerkt zich door een langzame en vloeiende manier van bewegen. De bewegingen worden uitgevoerd in vaste patronen en vormen een afwerende reactie op een aanval van een denkbeeldige tegenstander. Mensen die Taiji beoefenen ervaren zowel psychisch als fysiek een positieve invloed op hun functioneren. Door het geconcentreerd uitvoeren van de vertraagde bewegingen neemt het lichaamsbesef toe, de coördinatie van de bewegingen verbetert en regelmatige oefening bevordert de souplesse van het lichaam. Voor de gevorderde beoefenaar betekent Taiji een manier van bewegen die ontspanning en energie oplevert en evenwicht tussen lichaam en geest bevordert.

Qigong is een goede metgezel van Taiji. Deze gezondheidsoefeningen, die al duizenden jaren beoefend worden, completeren de Taiji-oefening en geven een meerwaarde aan de les. Bij Qigongoefeningen is er veel aandacht voor bewegen in combinatie met ademen en gebruik van de drukpunten uit de acupunctuur. De meredianen worden op deze manier gestimuleerd, waardoor een goede energie verkregen wordt voor tal van functies in het lichaam.