BeentjesOffsetDrukker - bod 1.89

5 star(s) from 2 votes
Grote Houtweg 150
Beverwijk, 1944 HJ
Netherlands

About BeentjesOffsetDrukker - bod

BeentjesOffsetDrukker - bod BeentjesOffsetDrukker - bod is a well known place listed as Company in Beverwijk ,

Contact Details & Working Hours

Details

Offsetdruk is eén van de meest gebruikte druktechnieken.
Kranten, tijdschriften, brochures, posters, boeken ect. wordt via offsetdruk vervaardigd.

Het beeld wordt indirect(offset) op het te bedrukken materiaal overgebracht.

De beeldplaat wordt bevochtigd en ingeinkt waarna het overgebracht wordt op een rubberdoek die het beeld vervolgens op het papier(dit kan ook blik zijn) drukt.

Dit gebeurt allemaal met hoge snelheden.

Inkt- en vochtrollen moeten perfect afgesteld zijn. Pers moet op papierdikte en formaat gesteld worden.
Inktprofiel moet ingesteld worden.

Drukvorm moet op kleur gebracht worden. Hier is een bepaalde inschiet(hoeveelheid papier) voor berekend.

Inkten zijn transparant dit maakt het mogelijk om met één kleur toch verschillende tinten te kunnen maken.

Het is de bedoeling als een akkoord(fiat)vel is gemaakt, dat vel gedurende de oplage aan te houden.
Dit gebeurt aan de hand van meetapparatuur.

Er bestaan drukpersen in allerlei formaten en aantal druktorens.

Vakjargon

A

Absorptievermogen: De eigenschap van papier of karton om vloeistoffen op te nemen en vast te houden.

Aflopend drukken: Vlakken, foto's of lijnen raken de buitenrand van het drukwerk, deze moeten dan in het beeld worden aangesneden, op het drukvel lopen deze beelden 3mm. van het schoongesneden vel af.

Afsnede: Het gedeelte van het drukvel dat na het drukken wordt afgesneden.

Afwerken: Alle handelingen die nadat een vel gedrukt is nog nodig zijn om tot een totaal product te komen.

Auteurscorrectie: Iedere verandering die een auteur in zijn/haar tekst aanbrengt die niet het gevolg is van een fout van de zetter.

Naar boven

B

Binnenwerk: (het boekblok) Dat deel wat niet tot het omslag wordt gerekend.

Bladspiegel: De stand van de zetspiegel op het papier, met inbegrip van de witruimten cq. de marges.

Blindstempel: Door middel van een stempel (metaal) wordt een afbeelding, zonder inkt, in reliëf gedrukt.

Boekblok: Een aantal katerns vormen samen een boekblok waar omheen een band of beslag wordt geslagen.

Brocheren: Het vervaardigen van boeken en tijdschriften.
Gehecht gebrocheerd: in elkaar gestoken vellen voorzien van twee nietjes.
Garenloos gebrocheerd: vellen / katernen worden vergaard, vervolgens in de rug gefreesd, gelijmd en met omslag omtrokken.
Garenlas gebrocheerd: katernen worden stuk voor stuk genaaid en daarna in de omslag gelijmd.
Genaaid gebrocheerd: katernen worden met garen aan elkaar genaaid en vormen zo een boekblok, daar omheen wordt een band aangebracht m.b.v. schutbladen.

Bijbeldruk: Houtvrij dun, sterk vaak lompenhoudend papier; niet zwaarder dan 40 g/m2.

Naar boven

C

Cahiersteek: Schriftensteek, zoals vroeger alle schoolschriften waren gebonden, aan de buitenkant is het draad ook zichtbaar.

Cast-coated: Papier voorzien van strijklaag die na op het papier te zijn aangebracht tegen een verhitte, gepolijste cilinder wordt geperst. Hierdoor droogt deze 'couchelaag' en krijgt een bijzondere hoge glans.
Centreren: De tekst steeds in het midden van de zetbreedte plaatsen.

Corps (Korps): Lettergrootte + de normale interlinie.

Courantdruk: Houthoudend, machineglad papier voor kranten en 'wegwerp' boeken.

Couverture: Gekleurd houthoudend papier.

Naar boven

D

Diapositief: (Negatief) Witte letters op een zwarte achtergrond.

Duplexkarton: Gekoetst karton, van zwaar houthoudend of recycled/grijs basismateriaal met eenzijdig houthoudend of houtvrije, meestal witte deklaag, gestreken of ongestreken.

Duotoon: Een normaal gerasterde foto in één kleur en daar overheen een extra contrastrijk gerasterde foto in een andere kleur.

Naar boven

E

E.C.F.: (Elementary Chlorine Free) Papier dat gebleekt is zonder gebruik te maken van chloorgas. = milieu vriendelijker.

Effenheid: De mate waarin het oppervlak van papier of karton overeenkomt met een (theoretisch) plat vlak. Hoe gladder het papier bijvoorbeeld MC, hoe mooier de bedrukking wordt. Het gladde papier heeft een dichte oppervlaktestructuur opgevuld door vulstoffen en hierdoor zakt de inkt minder diep in het papier waardoor de kleuren frisser blijven en er een fijnere rasterliniatuur gebruikt kan worden.

Elektronische prepress: Op geavanceerde apparatuur wordt tekst en beeld verwerkt tot complete pagina's. Werktekeningen zijn overbodig. Op scherm is meteen in kleur te zien hoe het eruit gaat zien. Veranderingen van kleur, beeld, tekst enz. zijn makkelijker te maken.

Naar boven

G

Gesatineerd papier: (gekalanderd) Papier dat extra glad is gemaakt door het tussen rollen glad te wrijven. o.a. tijdschriften en reclamedrukwerk.

Gestreken papier/karton: Papier/karton dat is voorzien van één of meer strijklagen van krijt en/of porseleinaarde. Daardoor is het mogelijk er met fijne rasters op te drukken. De strijklaag kan mat, 'silk'-achtig, glanzend en zelfs hoogglanzend zijn.

Gramgewicht: Benaming voor de massa per oppervlakte van papier, aangegeven in grammen per vierkante meter, aangeduid als g/m2. Deze aanduiding zegt in principe niets over de dikte van het papier (zie opdikking). U kunt dit omrekenen door het gewicht te delen door lengte en breedte van het papier. Bijv.: 5 gram / 0,297 meter / 0,21 meter = 80 g/m2.

Grijperwit: De extra ruimte van een drukvel waaraan de grijper van de pers het papier kan vastpakken.

Grijsbord: Grijskarton van ongesorteerd oud papier, gemakkelijk te scheuren. o.a. onderbord voor bloks.

Naar boven

H

Halfmat: Gradatie van satinage (satineren), gladheid ook wel 'silk' genoemd bij gestreken papier.

Hoerenjongen: Een woord tot 'halve regel' die als eerste regel bovenaan een tekstkolom of pagina geplaatst is en eigenlijk het einde van een alinea is .

Houthoudend papier: Papier dat voor een deel, meer dan 10%, uit houtslijp bestaat. Houtslijp is pulp van vezels die nog lignine, kitstoffen (incrusten) en hars bevatten. Dit papier vergeelt vrij snel. De duurzaamheid is minder dan bij houtvrij papier.

Houtvrij papier: Papier dat gemaakt wordt van boomvezels die met behulp van chemicaliën ontsloten en ontdaan zijn van de stoffen die voor een snelle veroudering zorgen.

'Huis'correctie: De eerste correctie van de 'vuile proef' om eventuele zetfouten te achterhalen.

Huisstijl: De manier waarop het logo en de teksten op de formulieren, maar ook op de folders, de brochures, auto,s. gebouwen, enz. worden afgebeeld via een zo strak mogelijk stramien, zodat al deze verschillende bedrijfsonderdelen een éénheid vormen.

Naar boven

I

Inschiet: De hoeveelheid papier of karton dat nodig is voor het instellen van een drukpers en de afwerking.

Inslagschema: Geeft aan hoe de pagina's op het drukvel moeten worden gedrukt, zodat ze na te zijn gevouwen en gebrocheerd in de juiste volgorde staan.

Interlinie: De afstand tussen de regels.

Ivoorkarton: (Natuurkarton) Effen, wit karton uit zeer goed gebleekte celstof; houtvrij; goed gelijmd; geschikt om te beschrijven; egaal van doorzicht, laat zich goed vouwen. Altijd éénlagig.

Naar boven

K

Kapitalen: Hoofdletters.

Karton: Papiermateriaal met een gramgewicht hoger dan 170 g/m2.

Katern: Gevouwen drukvel, van 4, 8, 12, 16, 24 of 32 pagina's, meerdere katerns achter elkaar vormen het boekblok/binnenwerk van een boek/brochure.

Klein kapitalen: Speciaal ontworpen hoofdletters ter grootte van de kleine letters van het zetwerk, in de regel in verhouding iets breder en met dikkere stokken als de hoofdletters van het zelfde korps.

Kopij: De te zetten teksten, aanleveren, getypt en voorzien van aanwijzingen m.b.t. kapitaal zetten, vet-zetten, cursief, enz.

Kopregels/kopjes: De regels die boven aan een verhaal of hoofdstuk staan.

Kopwit: De wit marge aan de bovenzijde van de zetspiegel.

Korps: De lettergrootte + de normale regelafstand.

Kraft: Sterk papier van uitsluitend sulfaatcelstof uit naaldhout. Ook sulfaatpapier genoemd.

Kruisslag vouwen: De tweede vouw gaat dwars op de eerste vouw.

Naar boven

L

Laatste proef: De versie van het zetsel dat als laatste door de klant is nagelezen en waar deze akkoord voor gegeven heeft.

Laminaat: Dunne transparante kunststoffolie die op het papier wordt gelijmd, zeer hoge glans, duurzame bescherming tegen vuil, stof of krassen.

Lay-out: Schets/ontwerp over hoe een pagina eruit moet zien (stramien).

Ligaturen: Combinaties van meerdere letters die met elkaar verbonden zijn, zoals, ae, ij, ff, fi, fl, enz.. De letters zijn afgespatieerd tot ze over/tegen elkaar staan.

Looprichting: De vezels van het papier rangschikken zich in dezelfde lengterichting als de loop van de papierbaan (langlopend), snijdt men de vellen over de breedte uit het papier (breedlopend)

Naar boven

M

M.C.-papier: (machine coated) Papier voorzien van een strijklaag, gesatineerd, halfmat of 'silk' en mat. o.a. reclamedrukwerk, tijdschriften.

Macromontage: De montage van de pagina's volgens inslagschema, voor deze op de plaat belicht wordt. (Grootmontage).

Marges: Wit ruimte(n) buiten de zetspiegel van een pagina.

Micromontage: De montage van al de onderdelen op een pagina tot schone films. tekst en beeld worden tot een pagina gevormd.

Modificatie: Het vervormen van het letterbeeld. Bijv. cursiveren, versmallen, verbreden, enz.

Naar boven

N

Natuurkarton: Effen, wit karton uit zeer goed gebleekte celstof; houtvrij; goed gelijmd; geschikt om te beschrijven; egaal van doorzicht, laat zich goed vouwen. Altijd éénlagig.

Nummeren: Het drukwerk per exemplaar voorzien van een oplopend nummer.

Naar boven

O

Oblong: Liggend formaat, de rug van de brochure is kleiner als de zijden.

Onderkast: De kleine letters werden vroeger in de letterkasten (loodzetsel) in het onderste gedeelte opgeborgen, vandaar de term onderkast.

Opaciteit: Doorschijnendheid van papier, hoe hoger de opaciteit, hoe minder doorschijnend het is.

Opmaken: Het compleet maken van pagina's; tekst wordt via beeld het beeldscherm op de juiste stand gezet en beeldmateriaal wordt op de juiste plaats geplakt (via papiermontage), hiervan krijgt men een opgemaakte proef.