Groot Begijnhof Mechelen 2.8

Mechelen,
Belgium

About Groot Begijnhof Mechelen

Groot Begijnhof Mechelen Groot Begijnhof Mechelen is a well known place listed as Landmark in Mechelen ,

Contact Details & Working Hours

Details

Het Groot Begijnhof van Mechelen is gesticht in de 13e eeuw en sinds het eind van de 16e eeuw gevestigd binnen de stadsmuren.Het bevat kleine begijnenwoningen, conventen en schilderachtige beluikjes achter kleine poortjes. Het begijnhof is door de UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed.Geschiedenis van het ontstaanAls gevolg van de hervormingen in de Rooms-Katholieke kerk, op gang gebracht door paus Gregorius VII (1073-1085), ontstond ook in Mechelen een spontane beweging die de terugkeer naar de basis van de kerk volgens de handelingen van de apostelen nastreefde. Deze zogenoemde apostolieken waren voornamelijk vrouwen die oorspronkelijk met de naam “vrome vrouwen” of “heilige vrouwen” werden aangeduid. Naar het einde van de 12e eeuw toe leefden deze vrouwen ongeorganiseerd bij hun ouders, samen in afzonderlijke huizen of gegroepeerd in de stad. Later zouden ze de naam begijnen toegewezen krijgen.De eerste maal dat deze vrouwen vermeld werden met betrekking tot Mechelen was in de “Chronyke van Mechelen 355 - 1680” (Remmerus Valerius, Mechelen zonder jaartal). Hij geeft aan dat er in het begin van de 13e eeuw enkele begijnen samen huisden in de huidige begijnenstraat, niet ver van het godshuis der rustende priesters. Als datum geeft Remmerus 1207 aan, maar er bestaan geen geschiedkundige bronnen die dat bevestigen.Ontstaan van het Klein BegijnhofOnrechtstreeks krijgt de datum 1207 wel grond van waarheid als men vaststelt dat er een gemeenschap van vrouwen bestond in 1245, voldoende in aantal opdat een priester, Hendrik Surs, belast was met hun geestelijke leiding. Door hun toename in aantal hadden ze ondertussen van de deken een perceel grond gekocht (het huidige Klein Begijnhof achter de Sint-Katelijnekerk) en hierop een kapel gebouwd toegewijd aan de heilige Catharina, met in de buurt de huizen waar zij verbleven. Ze verzorgden verder bejaarde of zieke priesters en hun eigen zieke of zwakke begijnen.